Van weide naar stal, waar moet je op letten bij voeding?
De herfst is officieel begonnen. Door de dalende temperatuur en meer regenval zal je paard minder in de weide en juist vaker op stal staan. Op stal krijgt je paard een ander rantsoen. Bovendien drinkt en beweegt hij minder. Dit kan de kans op koliek vergroten.
Tip 1: Geef je paard voldoende vers water
Een paard in de weide eet veel gras. Gras bestaat voor ongeveer 84% uit water. Hierdoor krijgt je paard tijdens het grazen al veel water binnen. Vocht zorgt voor de verplaatsing van voedsel in de darmen. Wanneer het buiten kouder wordt hebben paarden de neiging om minder te drinken. In combinatie met minder gras kan dit leiden tot uitdroging en een minder goede verplaatsing van voedingstoffen en afvoer van afvalstoffen. De kans op koliek wordt groter wanneer het paard minder vocht opneemt. Houd daarom in de stal de wateropname goed in de gaten.
Tip 2: Schakel langzaam over van gras naar hooi
Het spijsverteringsstelsel van het paard is ingericht om grote hoeveelheden vezelrijk voedsel te verwerken. Wanneer het paard minder gras eet, neemt de kans op verstopping toe. Voer voldoende ruwvoer van goede kwaliteit ter stimulatie van de spijsvertering. Bij het overschakelen van gras naar (een nieuwe voorraad) hooi moet het spijsverteringssysteem even wennen. Laat deze overgang geleidelijk verlopen, zodat de kans op spijsverteringsproblemen verkleind wordt.
Tip 3: Pas de hoeveelheid krachtvoer geleidelijk aan
In de wintermaanden wordt vaak meer krachtvoer gegeven dan in de zomer. Het is belangrijk om de hoeveelheid langzaam op te bouwen. Op deze manier kan het paard wennen aan het nieuwe rantsoen. Geef extra hooi of kuilgras in plaats van krachtvoer wanneer de temperatuur daalt. Hooi werkt als een brandstof om het paard warm te houden. De vertering zorgt namelijk voor veel metabolische warmte.